't Bloed: Clostridium perfringens
Het is alweer bijna zover, de drukste maar vrolijkste tijd van het jaar voor schapen- en geitenhouders. Een ziekte die hier bijna onlosmakelijk mee verbonden is 't bloed. Daarom hebben we voor jullie een aantal interessante feiten op een rijtje gezet over deze aandoening.
Wist je dat:
- Deze ziekte veroorzaakt wordt door de bacterie Clostridum perfringens?
- Dat deze bacterie normaal voorkomt in de darmen, maar bij een hoog eiwit en/of koolhydraten deze bacterie explosief kan gaan vermeerderen?
- Dat hierdoor niet enkel zwakke dieren, maar ook juist de best groeiende en etende lammeren slachtoffer kunnen worden?
- Het ziekteverloop zeer snel gaat en behandeling bijna altijd te laat komt?
- We hiertegen kunnen vaccineren?
- Goed gevaccineerde ooien in de biest ongeveer 6-12 weken bescherming aan de lammeren geven?
- Dat het ook mogelijk is om de lammeren zelf te vaccineren indien klachten vaak op latere leeftijd voorkomen?
Basisvaccinatieschema tegen clostridium bestaat uit twee doses met een interval van 4-6 weken. Om een goede passieve weerstand voor de jongen te verkrijgen via het colostrum, moet een enkelvoudige herhalingsdosis toegediend worden tussen 8 en 2 weken vóór de partus, op voorwaarde dat de dieren een volledige basisvaccinatie hebben gekregen vóór de drachtperiode.
Lammerpakket
Lammeren worden geboren zonder weerstand, dit betekent dat ze vlak na geboorte erg gevoelig zijn voor infecties. De navel is op dat moment een gemakkelijke toegangspoort voor allerlei pathogenen. Ons advies is daarom om
de navel te ontsmetten met een jodiumoplossing (10%) op alcoholbasis om het risico op infectie via de navel te beperken. Jodium zorgt ervoor dat de navel sneller indroogt en deze toegangspoort sneller sluit.
Het is niet altijd vanzelfsprekend dat een verlossing soepel verloopt, soms is het nodig om te assisteren. Wanneer je hulp biedt bij een verlossing van uw schaap/geit is het gebruik van glijmiddel noodzakelijk. Daarnaast is het verstandig na te denken over de reden waarom er hulp nodig is bij een verlossing. Dit kan eenvoudigweg een verkeerde ligging van een lam zijn, maar het kan ook zijn dat er dood of misvormd lam het geboorteproces belemmert. Er zijn relatief veel zoönoses, van dier-op-mens overdraagbare ziekten, die bovengenoemde klachten kunnen veroorzaken. Het kan dus verstandig zijn om tijdens zo'n verlossing lange handschoenen aan te trekken bij de assistentie.
Wanneer een lam een zware geboorte heeft gehad, kan het ondersteuning gebruiken om de ademhaling te stimuleren. Dit kan met behulp van een stukje stro in de neus, met koud water, maar ook door gebruik te maken van ademspray. Respi Boost ademspray bevat essentiële oliën die de ademhaling bevorderen.
Omdat al deze producten van pas komen tijdens het aflammeren hebben wij hiervoor een pakket samengesteld. Wanneer u deze producten als een pakket bij ons aanschaft, krijgt u hier een mooie korting op. Het gehele pakket kunt u aanschaffen voor €48,85 in plaats van €57,53.
Mestonderzoek
Naar het einde van de dracht daalt de weerstand van de volwassen dieren. De wormen die zich in de ooi/geit bevinden maken daar gebruik van en “bloeien” op en gaan eieren leggen. De eieren belanden met de mest op het land. Dit wordt “spring rise” of “voorjaarspiek” genoemd. Deze enorme hoeveelheid eieren, waar infectieuze larven uitkomen, op het weiland vormen een gevaar voor de jonge lammeren. De grazende lammeren worden zo al vroeg besmet met wormen, waar ze nog weinig weerstand tegen hebben opgebouwd.
Daarnaast kunnen de ooien, vooral eerstejaars, ook zelf last hebben van de “wakker geworden” wormen. Dit uit zich bijvoorbeeld in minder goede conditie, wolverlies en minder melk voor de lammeren.
Het advies is dan ook om bij ooien ongeveer 3-4 weken voor aflammeren, mestonderzoek te doen. Als de eitelling laag is, herhaal dan het mestonderzoek rondom aflammeren. Je kunt hiervoor een mengstaal van meerdere dieren nemen. Het beste is de om de koppel te onderverdelen in een aatal groepen: ooien die drachtig zijn van meerlingen, ooien in minder goede conditie en jonge ooien lopen meer risico op een zware worminfectie. De weerstand van de ooien tegen wormen moet 8 - 10 weken na aflammeren weer goed zijn. Houd de ooien gedurende deze tijd goed in de gaten houden, herhaal mestonderzoek en ontworm dieren als dit echt nodig is.
Ontworm alleen de ooien met hoge eitelling in de mest en klinische symptomen. Laat vooral de oudere dieren en ooien in goede conditie achterwege, zij kunnen de wormen prima zelf onder controle krijgen. Probeer van elke groep, zeker 10% van de dieren niet te behandelen. Dit helpt om de ontwikkeling van resistentie van wormen tegen wormmiddelen te vertragen. Op deze manier zorg je ervoor dat je je dieren optimaal kan blijven behandelen.
Ontwormen van jonge lammeren
Grazende lammeren kunnen al vroeg in het voorjaar een wormbesmetting oplopen. Niet alleen door de “voorjaarspiek” van ei-uitscheiding bij ooien, maar ook door op het land overwinterende larven en Nematodirus eieren.
Als er eerder Nematodirus is vastgesteld op het bedrijf, wees dan voorzichtig met het weiden van lammeren op deze percelen. Al met al goede redenen dus, om ook de lammeren al in het vroeg voorjaar te monitoren en de mest te laten onderzoeken.